Nog geen 7% van de prijs van een reep chocola gaat naar de boer. Dit zorgt voor armoede op het Ghanese platteland die grote gevolgen heeft voor kinderen en jongeren. Het schoolgeld voor kinderen is vaak niet op te brengen en veel Ghanese jongeren stoppen voortijdig met school. Volgens schattingen hebben tussen de 20 en 30% van de kinderen in cacao-gemeenschappen een groei-achterstand.

Om de levens van cacaoboeren en hun kinderen te verbeteren, moet de waarde in de cacaoketen anders verdeeld worden. Tegenover honderdduizenden kleinschalige boeren staan zes multinationals die de markt domineren. Maar zelfs zij staan onder druk van de detailhandel, die het meest verdient aan chocola. De retailers eisen lage prijzen van de chocoladebedrijven, die op hun beurt de cacaohandel en de cacaoproducerende landen onder druk zetten. Het zijn de boeren, arbeiders en de bossen die het hardst worden getroffen door deze prijsdruk.

Oneerlijke waardeverdeling

Retailers en chocoladebedrijven claimen dat ze geen keuze hebben. Maar een gebrek aan kapitaal hebben zij niet. ‘Eén van de grootste spelers in chocolade, Nestlé, heeft in het afgelopen decennium voor ongeveer 37 miljard euro eigen aandelen gekocht’, verklaart directeur Heske Verburg van Solidaridad. ‘En als een andere grote speler zoals Ferrero Rocher alle 90.000 cacaoboeren waar het van inkoopt dit jaar een leefbaar inkomen zou betalen, komt dat neer op extra kosten van 370 miljoen euro. Begin dit jaar keerde de familie Ferrero zichzelf een dividend uit van 527 miljoen euro.’

Een gelijk speelveld

Om de positie van cacaoboeren te verbeteren, zijn mondiaal grote inspanningen nodig. ‘Vrijwillige keurmerken hebben onvoldoende resultaat geboekt in het veranderen van de armoede onder de cacaoboeren. Er is een wettelijk kader nodig dat multinationals verplicht zich in te spannen om mensenrechtenschendingen en milieuvervuiling in hun keten tegen te gaan en de boeren een eerlijke prijs te betalen. Als alle bedrijven zich daarvoor móeten inspannen, ontstaat er een gelijk speelveld,’ licht Verburg toe. ‘Dit moet een mondiaal proces zijn. Zo moet de wetgeving voor Nederland bijvoorbeeld op Europees niveau vastgesteld worden en vormgegeven worden in samenwerking met cacaoproducerende landen.’

Vergrijzing

Een betere prijs voor cacao kan nog lang op zich laten wachten, maar jongeren hebben geen tijd om de trage ontwikkeling van internationaal beleid af te wachten. Boeren leven nog steeds in armoede en er worden bossen gekapt om ruimte te maken voor meer landbouwgrond. De trek van jongeren naar de stad is niet persé te wijten aan desinteresse in de landbouw. Het is het gevolg van gebrek aan mogelijkheden voor jongeren om de cacaoteelt op een andere manier aan te pakken dan hun ouders. Denk aan gebrek aan kennis over moderne productieve landbouwtechnieken, geen toegang tot land en financiële diensten.

Dienstverleners voor hogere productiviteit

Als jongeren geholpen worden bij het overwinnen van deze barrières, blijkt er wel degelijk enthousiasme te zijn voor een carrière in de cacaosector. In het MASO-programma van Solidaridad volgden bijna 14.000 jongeren een opleiding in moderne productietechnieken en ondernemerschap. Een deel van hen is geen boer geworden, maar verleent diensten waarmee ze boeren helpen hun productie te verhogen. Het vergroten van die productiviteit is een manier om de positie van grote aantallen cacaoboeren in Ghana op korte termijn te verbeteren. Naar schatting kunnen boeren tot wel 300% meer oogst van hun land halen, als ze beschikken over de juiste middelen en kennis. Zelf hebben ze niet het geld om daarin te investeren of de kennis om ermee om te gaan. De jongeren die via de MASO-opleiding een dienstverlenend bedrijf hebben opgezet, beschikken hier wél over. Met een lening kunnen zij honderden boeren helpen om hun productiviteit te verhogen.