Stephanie, hoe is jouw passie voor duurzame mode ontstaan?

Ik heb gestudeerd aan het Amsterdam Fashion Institute waar het zaadje voor duurzaamheid wel is geplant. Ik moet heel eerlijk toegeven dat ik hier nauwelijks mee bezig was toen. Nadat ik afgestudeerd was, ben ik terechtgekomen bij een duurzaam Nederlands kledinglabel. Hier heb ik veel over duurzaamheid in de mode geleerd en leerde ik ook veel andere merken en initiatieven kennen. Toen vriendinnen zeiden: ‘Ja maar jij kan makkelijk duurzame kleding kopen want jij zit in die industrie’, is er bij mij een belletje gaan rinkelen. Niemand wist waar of hoe ze duurzamere keuzes konden maken met betrekking tot de garderobe. Zo ben ik Let’s Talk Slow begonnen. Om dus echt te laten zien dat duurzaam niet meer zo stoffig is.

Je kledingkast verduurzamen gaat vooral om het kiezen voor kwaliteit in plaats van kwantiteit”

Hoe heb je deze laatste jaren de ontwikkelingen in de Nederlandse modebranche ervaren? En waar zie je nog ruimte voor verbetering?

Er zijn veel initiatieven en duurzame merken in Nederland en daar ben ik ook super trots op. Het verschil dat je ziet de laatste jaren is dat er steeds mooiere duurzame kledingstukken komen. Voorheen was alles heel erg basic en dat is nu echt niet meer zo. Ik heb wel het gevoel dat nieuwe ontwikkelingen nog een beetje achterblijven en dat dit niet zo snel gaat als gedacht, maar deze ontwikkelingen hebben natuurlijk tijd nodig. Ook denk ik dat de consument nog veel meer informatie nodig heeft over waar ze duurzame kleding kunnen kopen en waar ze op kunnen letten om te zien of iets duurzaam is. Hier probeer ik zelf al wat verandering in te brengen, vandaar ook dat ik het E-book “Slow It Down” heb geschreven met allemaal praktische tips.

Er zijn verschillende manieren om bij te dragen aan een duurzame modebranche. Welk advies zou je geven aan mensen die nog geen duurzame kleding dragen maar hier wel geïnteresseerd in zijn?

Het allerbelangrijkste is om de kleding die je hebt goed te verzorgen. Dit is het meest duurzame wat er is. Zorg dat je de kleding repareert als dit nodig is om ervoor te zorgen dat deze langer mee gaat. Zeker wanneer je tijdloze stukken koopt die bij jou stijl passen kunnen deze jaren meegaan!

Bedenk ook eens hoeveel kledingstukken je eigenlijk nodig hebt en daadwerkelijk draagt. Als je een kledingstuk wilt kopen, bedenk dan: Ga ik dit meer dan 30 keer dragen? Is het een item dat ik goed kan combineren met dingen die al in mijn kast hangen? Is dit niet het geval dan is dat echt zonde!

Heb je toch iets nieuws nodig? Dan kun je eens in een tweedehands of (online) vintage winkel kijken. Net zoals dat jij items hebt die je nauwelijks gedragen hebt, hebben andere mensen die ook. Met tweedehands zorg je er niet alleen voor dat er geen nieuwe grondstoffen nodig zijn voor het product, maar ook dat het kledingstuk niet wordt verbrand of op de afvalstapel terecht komt.

Als je je kleding niet tweedehands kunt vinden, ga dan voor eerlijke en duurzame merken of kledingstukken. Je kunt het beste in het care-label of op de hang-tag kijken hoe duurzaam dit item is. Hier vind je namelijk van welke stof de kleding is gemaakt (organic stoffen en TENCEL lyocell of modal zijn bijvoorbeeld goede voorbeelden) en of het item gecertificeerd is (bijvoorbeeld het GOTS logo voor organic cotton).

Je kledingkast verduurzamen heeft dus met name te maken met kwaliteit boven kwantiteit. Zorg dat je manieren vindt om je kleding net iets anders te combineren of te stylen. Dan heb je het gevoel dat je garderobe al veel groter is.

Gelukkig zijn er steeds meer mensen die zich bezighouden met duurzame mode. Is hier volgens jou een stigma aan verbonden? Hoe heb jij dit in je carrière ervaren? 

Wat ik met Let’s Talk Slow probeer te laten zien is dat duurzame mode echt wel stijlvol kan zijn. Het oude geitenwollensokkengehalte is er allang vanaf, maar mensen denken hier heel soms nog wel aan. Ook gaan mensen er vaak vanuit dat duurzame mode wat duurder is. Dit lijkt misschien zo, maar er zijn tegenwoordig zeker goed betaalbare opties. Sterker nog, als je minder koopt en voor tweedehands gaat waar mogelijk, zal je er niets van voelen in je portemonnee.

Het allerbelangrijkste is dat we allemaal onze mind-set iets veranderen. Het idee dat een T-shirtje 3 tot 5 euro kost moet uit ons hoofd. Als je nagaat hoeveel stappen er nodig zijn om 1 T-shirt te maken van grondstof tot eindproduct in de winkel is zo’n prijs onmogelijk. We moeten met zijn allen begrijpen dat wij impact hebben met de items die we kopen en dat we eigenlijk ook kunnen stemmen met ons geld. Wij geven aan wat de vraag is, en hier zal zeker naar geluisterd worden.

Benieuwd naar Stephanie’s tips? Bekijk haar website en instagram