Ontbossing door armoede

In de afgelopen twee decennia is jaarlijks 130.000 hectare bos verloren gegaan door koffieboeren die de eindjes aan elkaar proberen te knopen. In acht van de tien grootste koffieproducerende landen ligt het koffie-inkomen op of onder de armoedegrens. Dat bedreigt de hele sector en heeft verstrekkende gevolgen voor natuur en milieu. Koffiebedrijven en de Europese Unie kunnen voorkomen dat kleine boeren worden uitgesloten van de Europese markt.

Bij boslandbouw groeien bomen tussen de koffiestruiken door. Koffiebedrijven moeten boeren ondersteunen om dit door te voeren.

Koffie bedreigd door klimaatcrisis

Stijgende temperaturen als gevolg van klimaatverandering zullen de hoeveelheid landbouwgrond die geschikt is voor de koffieteelt drastisch verminderen. Een groeiende vraag naar koffie in combinatie met lage inkomens en klimaatverandering, kan ertoe leiden dat boeren uitbreiden naar hoger gelegen hellingen met nog ongerepte bossen. 

“De consument betaalt meer voor een pak koffie, maar de kosten voor boeren stijgen nog harder”, zegt Heske Verburg, directeur van Solidaridad. “Aanpassen aan klimaatverandering en een leefbaar inkomen voor de boeren zijn cruciaal voor de toekomst van onze koffie. De koffie-industrie moet fors investeren in boeren en eerlijke handel. Het tijdperk van goedkope kwaliteitskoffie is voorbij.”

Nieuwe vergelijking van koffiebranders

Als onderdeel van de Barometer wordt ook de nieuwe Coffee Brew Index gepubliceerd, die het handelen van de 11 grootste koffiebranders vergelijkt. Deze ranglijst laat zien dat er koplopers en achterblijvers zijn, maar dat alle bedrijven tekortschieten bij het aanpakken van grote problemen in hun toeleveringsketen. Twee koffiebranders, Nestlé en Starbucks, maken duidelijk meer werk van hun duurzaamheidsstrategie dan de andere 9. Douwe Egberts eindigt in de middenmoot met Lavazza, Tchibo en Melitta.

De meeste bedrijven in de Index hebben ambitieus beleid geformuleerd, maar missen meetbare en tijdgebonden doelstellingen. Vijf grote branders blijven hangen in losse proefprojecten, alleen gericht op efficiënte productie en koffiekwaliteit. “Maar een strategie zonder tijdgebonden en meetbare doelen, is geen strategie. Met mooie doelstellingen zonder het resultaat te meten bereik je niks en krijg je de cruciale samenwerking in de toeleveringsketen niet van de grond.” zegt Sjoerd Panhuysen van Ethos Agriculture. 

De meeste koffiebranders willen hun imago verbeteren door deel te nemen aan vrijwillige initiatieven met belanghebbenden om de samenwerking te bevorderen. Maar een beoordeling van deze initiatieven in de Koffie Barometer laat zien dat de meesten geen serieuze vooruitgang boeken.

Bedrijven zijn niet voorbereid op de EU ontbossingswet

In 2025 treedt baanbrekende nieuwe Europese wetgevig in werking. Uit de Barometer blijkt dat de industrie totaal niet klaar is voor dit verbod op de import van grondstoffen waar recent bos voor is gekapt.

De wet verplicht grote bedrijven om aan te tonen dat er in hun productieze niet bijdragen aan ontbossing. Bedrijven zullen risicogebieden gaan mijden. Dat kan betekenen dat ze hun inkoop gaan verplaatsen naar meer ontwikkelde regio’s zoals Brazilië. Daar hebben boeren de middelen om aan de Europese eisen te voldoen.

Als de nieuwe wetgeving van kracht gaat, zijn bedrijven verplicht aan te tonen dat de producten die ze in Europa willen verkopen, ontbossingsvrij zijn.

Uitsluiting van boeren in kwetsbare regio’s dreigt

In de meeste Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse koffieproducerende landen, zijn de boeren kleinschalig, vaak ongeorganiseerd en missen overheidssteun. Velen telen koffie aan de rand van het bos. Als deze boeren geen toegang meer hebben tot de Europese markt en daardoor inkomsten mislopen, zullen ze uitbreiden ten koste van het bos, waardoor de wet averechts zou werken. 

Het is moeilijk om dit probleem aan te pakken omdat de regionale context sterk bepalend is. Koffie wordt geproduceerd door naar schatting 12,5 miljoen boeren in ongeveer 50 landen. Slechts vijf landen (Brazilië, Vietnam, Colombia, Indonesië en Honduras) zijn goed voor 85 procent van het wereldwijde aanbod. De overige 15 procent wordt geproduceerd door 9,6 miljoen koffieboeren in andere landen. Vaak is hun productie minder ontwikkeld, en kunnen ze niet aan de Europese normen voldoen. De problemen van deze boeren kunnen alleen met maatwerk worden opgelost.

Koffieboeren in bijvoorbeeld Oeganda hebben hun inkomen uit koffie hard nodig. Boeren die exporteren naar de EU hebben ondersteuning nodig om aan de nieuwe wetgeving te kunnen voldoen.

Koffiebedrijven: investeer in kwetsbare boeren

Als grote koffiebranders armoede en ontbossing serieus willen aanpakken, is risico’s mijden geen oplossing. Koffiebranders moeten investeren in deze kwetsbare regio’s en samenwerken met de overheid, maatschappelijke organisaties en de boerenorganisaties.

“Investeren in boerengemeenschappen in kwetsbare gebieden is cruciaal om de oorzaken van de wereldwijde ontbossing aan te pakken en te voorkomen dat boeren worden uitgesloten”, zegt Niels Haak, directeur Koffie Partnerships bij Conservation International.

Ethos Agriculture, Conservation International en Solidaridad vinden dat de Europese Unie en de grote koffiebranders moeten zorgen dat de kosten voor duurzame koffieteelt niet uitsluitend voor rekening van de boeren komen.