Vorige week stemde het Europese Parlement voor een wet die bedrijven verplicht hun keten te onderzoeken op misstanden. Ook in Nederland komen SP, PvdA, GroenLinks en de ChristenUnie met een initiatiefwet om bedrijven te verplichten ethisch te ondernemen. Dat is een veelbelovende ontwikkeling en heel hard nodig om van duurzaamheid de norm te maken in internationale productieketens.

Maar deze wetgeving, die bedrijven verplicht om hun toeleveringsketen te vrijwaren van ontbossing, milieuvervuiling, uitbuiting en mensenrechtenschendingen, schiet zijn doel voorbij als er geen sprake is van nauwe samenwerking met de productielanden zelf om de situatie ter plekke te verbeteren. Het risico bestaat dat regelgeving feitelijk leidt tot uitsluiting van vaak kwetsbare kleinschalige boeren en arbeiders en verergering van de situatie.

Amerikaanse wet leidt tot uitsluiting

Een voorbeeld waarbij regelgeving heeft geleid tot een verslechtering van de situatie is de Amerikaanse Dodd Frank Act, waarbij bedrijven verplicht werden om de herkomst van tin, tantaal, wolfraam en goud te onderzoeken, en te rapporteren over de productieomstandigheden van mineralen afkomstig uit de Democratische Republiek Congo. Deze wet leidde feitelijk tot een boycot van mineralen uit de regio, en niet tot meer verantwoorde mijnbouw. Sterker nog, de situatie van mijnwerkers verslechterde zienderogen omdat de handel geen metaal meer afnam van de mijnen. De metalen vonden via illegale handelsketens en smokkel naar omringende landen alsnog hun weg naar de internationale handel.

Emile Ouedraogo en zijn gezin in hun cacao plantage in Kragui, Ivoorkust.
Foto: Kadir van Lohuizen / Noor Images

Een ander voorbeeld is onze chocolade. Een verbod op kinderarbeid in productieketens is nodig. We willen immers allemaal dat kinderarbeid stopt. Maar de oorzaak van kinderarbeid is meestal bittere armoede. Cacaoboeren laten hun kinderen meewerken omdat ze geen arbeiders kunnen betalen. Ze krijgen te weinig betaald voor hun cacao om arbeiders te kunnen betalen.

Problemen aan het begin van de keten zijn vaak complex. Veel bedrijven zijn risicomijdend en lui, dat wil zeggen dat ze er niet voor kiezen de problemen aan te pakken maar uit de weg te gaan door in andere landen in te kopen. Dat zorgt voor meer armoede onder cacaoboeren en zal daarom leiden tot een toename van kinderarbeid.

Naast wetgeving ook internationaal samenwerken

Nederlandse en Europese wetgeving is een noodzakelijke, goede en grote stap vooruit om de problemen in de productielanden op te lossen. Maar behalve slimme wetgeving hebben we een breder pakket aan maatregelen nodig. Alleen door ook ruimte te bieden aan een proces van continue verbetering, waarbij alle partijen in de productieketens betrokken zijn, de boeren en arbeiders zelf, de bedrijven, maar ook de overheden van consumerende en producerende landen, kunnen we daadwerkelijk de problemen in productieketens oplossen.

Een voorbeeld uit de praktijk van Solidaridad is het departement Madre de Dios in Peru. Deze regio heeft een zeer rijke natuur en is ook het woon- en werkgebied van vele informele kleinschalige goudmijnbouwers. Die mijnbouw gaat gepaard met verwoesting van natuur en grootschalige milieuvervuiling, afpersing en uitbuiting van mijnwerkers. Handhaving van de wetgeving voor mijnbouw en milieubescherming is hier ver te zoeken. Zo’n regio kan veel baat hebben bij nauwe samenwerking met Europese overheden en de uiteindelijke afnemers van het goud. Maar samenwerking moet van twee kanten komen. Als de Peruaanse regering er voor kiest informele goudmijnbouw hardhandig de kop in te drukken en mijnwerkers te criminaliseren, is de kans groot dat de sociale en milieusituatie alleen maar verslechtert. Het zal bovendien de illegale goudhandel een boost geven. Het is helaas ook niet onwaarschijnlijk dat Europese goudkopers ervoor kiezen deze regio te mijden, laat staan te investeren in verbeteringen.

Slimme mix van maatregelen

De oplossing is naast Europese regelgeving nauwe samenwerking met de Peruaanse overheid, waarbij ze steun krijgen bij de wetshandhaving en het formaliseren van de kleinschalige mijnbouw. En een goudsector die mee-investeert in verantwoorde mijnbouw. Op deze manier kunnen de problemen in de regio wel degelijk effectief worden aangepakt. Een slimme mix van maatregelen en internationale samenwerking is de sleutel voor duurzame verandering.

Kortom, het is van groot belang dat niet alleen slimme, inclusieve Due Diligence wetgeving wordt voorbereid, maar dat er ook plannen worden gemaakt voor intensieve samenwerking met landen waar Europa dagelijks goederen en grondstoffen inkoopt, zoals koffiebonen, goud, cacao en palmolie. Zonder de steun van en samenwerking met productielanden is het nog maar de vraag of de situatie van miljoenen kleinschalige boeren, mijnwerkers en arbeiders er echt op vooruit gaat en klimaatverandering effectief wordt bestreden. Laten we ervoor zorgen dat we met inclusieve en effectieve regelgeving de problemen echt aanpakken en ons voedsel en onze grondstoffen worden geproduceerd met respect voor mens en milieu. Zodat Nederlandse en Europese wetgeving niet alleen ons eigen straatje schoonveegt, maar ook goed uitpakt voor de boeren en arbeiders die ons voedsel en kleding produceren.

Heske Verburg, Directeur Solidaridad Europa
Gert van der Bijl, Senior Policy Influencing Advisor Solidaridad Europe