Een leefbaar inkomen is een mensenrecht

De vijf boeren waren als vertegenwoordigers van de vele kleinschalige boeren in hun landen uitgenodigd door twee Europarlementariërs (Heidi Hautala  van de Groenen/Europese Vrije Alliantie, en Christophe Hansen van de Europese Volkspartij) en vier maatschappelijke organisaties (Fair Trade Advocacy Office, Fairtrade International, de Rainforest Alliance en Solidaridad). Deze organisaties hebben aan de hand van het advies van de boeren vijf aanbevelingen gedaan in Brussel, om de voorgestelde wetgeving te verbeteren: 

  • Zorg ervoor dat bedrijven boeren een leefbaar inkomen betalen, door eerlijkere prijzen en stabiele afname.
  • Zorg ervoor dat bedrijven samenwerken met alle boeren in hun toeleveringsketens en dat ze alleen handelsrelaties verbreken als het oplossen van problemen echt niet lukt.
  • Zorg ervoor dat bedrijven hun inkoop kritisch evalueren; problemen worden vaak niet veroorzaakt in de productie maar juist in de handel. 
  • Zorg voor goede communicatie met boeren en arbeiders over de Europese wetten waar zij mee te maken krijgen. Betrek hen bij de besluitvorming en de handhaving.
  • Bouw relaties op met landen die voor de Europese markt produceren, om ervoor te zorgen dat boeren in die landen steun krijgen om aan de Europese normen voor duurzame productie te voldoen.
Daniel Amponsah, Heidi Hautala, Christophe Hansen, Pedro Marenja, Pison Kukundakwe, Kpomin Edi en Napolean Ningkos in gesprek in het Europees Parlement
Van links naar rechts: Daniel Amponsah, Heidi Hautala, Christophe Hansen, Pedro Marenja, Pison Kukundakwe, Kpomin Edi en Napolean Ningkos in gesprek in het Europees Parlement. Foto: Steven De Winter/Solidaridad

De gevolgen van oneerlijke handel

Kpomin Edi, voorzitter van de cacaoboeren coöperatie voor vrouwen in Adzopé in Ivoorkust, was een van de boeren die naar Brussel was gekomen. Zij herinnerde het publiek in het Europees Parlement eraan dat “oneerlijke handel door cacaobedrijven, bijvoorbeeld wanneer zij de contracten niet nakomen, een van de redenen is waarom de boeren geen leefbaar inkomen hebben.” Als de EU wat wil doen tegen armoede en uitbuiting dan zouden ze hier wat aan moeten doen. 

Ook Pedro Marenja, van het forum van katoenboeren (FONPA) in Mozambique, sprak over de armoede waar veel boeren in Mozambique mee te maken hebben. “250.000 boerengezinnen in mijn land zijn voor hun inkomen rechtstreeks afhankelijk van katoen. Gemiddeld verdienen deze gezinnen 125 dollar per jaar. Dat is ver onder het bestaansminimum.”  Hij benadrukte ook dat deze armoede niet alleen tot honger lijdt maar tot veel meer schrijnende problemen, “zoals kindhuwelijken die vooral jonge meisjes vanaf 14 jaar treffen. Om de armoede te helpen oplossen, moeten de katoenprijzen omhoog en daarmee kunnen Europese katoen- en textielbedrijven helpen.”

Samenwerken voor duurzaamheid

Pison Kukundakwe van de coöperatie van Ankole koffieboeren (ACPCU) in Oeganda sprak ook over de lage prijzen die hij en zijn collega’s voor hun koffiebonen krijgen. De koffiemarkt in Oeganda wordt gedomineerd door enkele handelaars die de prijzen bepalen, maar de productiekosten zijn aanzienlijk gestegen en klimaatverandering zorgt voor nieuwe plagen die duur zijn om te bestrijden. “We verwelkomen nieuwe wetgeving, maar zorg er alstublieft voor dat de extra kosten niet door de boeren worden gedragen. Gedeelde verantwoordelijkheid, investeringen en samenwerking zijn cruciaal”, aldus Kukundakwe. 

Ook Napolean Ningkos van de Sarawak Dayak palmolie boerencoöperatie (DOPPA) in Maleisië, ziet kansen voor een duurzame toekomst als er betere samenwerking met de EU komt. Palmolie is de enige manier voor zijn volk, de Dayak, om zich op een duurzame economische manier te ontwikkelen. Maar de nieuwe Europese regels dreigen kleine boeren van de markt uit te sluiten.

“Boeren zijn de basis van de chocolade-industrie. Als we geen eerlijke prijzen krijgen, stort de hele industrie in.”

Daniel Amponsah, voorzitter van de coöperatie van cacaoboeren Asunafo in Ghana

Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Europarlementarier Heidi Hautala wees erop dat “Kleine boeren een derde van het voedsel in de wereld produceren, maar ze blijven een van de meest gemarginaliseerde groepen in wereldwijde waardeketens.” Hautala ziet het wetsvoorstel over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen als “een kans om dit probleem aan te pakken en bij te dragen aan een fatsoenlijk bestaan voor kleine boeren.”

Ook Christophe Hansen is duidelijk, hij wil in de onderhandelingen over de nieuwe wet geen concessies doen. Hansen vindt dat kleine boeren voldoende steun moeten krijgen en dat goede samenwerking de handhaving van de regels moet vergemakkelijken. 

Daar sloot Antonie Fountain, directeur van Voice Network, en auteur van de Cacao Barometer, zich bij aan. Hij wees erop dat “Europa geen duurzaamheid kan opleggen zonder eerlijke prijzen te betalen. Deze wetgeving moet de oorzaak van de armoede bij de wortel aanpakken. Zo niet, dan worden arme producenten uitgesloten van de Europese markt.”