Wat regelt deze wet precies?

De nieuwe wetgeving gaat bedrijven verplichten om te bewijzen dat hun producten niet hebben geleid tot ontbossing. Op dit moment is het vaak onbekend waar bedrijven hun producten precies vandaan halen. Als de wet van kracht is, moeten ze de precieze geolocaties van (bijvoorbeeld) hun koffieplantage, veehouderij of bosperceel publiceren. 

In principe is dit een krachtige maatregel, want met satellietdata kun je controleren of op die locaties is ontbost en of de lokale wetgeving voor ontbossing is nageleefd. Maar om de bossen echt te beschermen zijn de volgende vijf maatregelen cruciaal. 

1. Breng in kaart wat kleinschalige boeren nodig hebben om aan de wetgeving te voldoen

Miljoenen kleinschalige boeren verdienen niet voldoende om genoeg voedsel en medische zorg te betalen. Het land van veel kleinschalige boeren levert namelijk te weinig op. Daarom kiezen zij er soms voor bos in de buurt te kappen of af te branden, om het vruchtbare land te gebruiken voor landbouw. 

De wetgeving verbiedt bedrijven in Europa om risicoproducten te importeren die zijn geteeld op land dat na 31 december 2020 is ontbost. Maar er zijn geen plannen om kleinschalige boeren te ondersteunen om aan de wet te voldoen. Om ontbossing effectief te voorkomen én boeren een eerlijke kans te geven op inkomen, moet er een plan komen om hen te helpen. Nadat de wet deze zomer van kracht wordt is er nog een periode van achttien maanden voordat de meeste maatregelen in werking treden. We hebben dus nog de kans om in kaart te brengen wat boeren nodig hebben om aan de wet te voldoen.

2. Schuif de verantwoordelijkheid niet af

We moeten voorkomen dat bedrijven in westerse landen de verantwoordelijkheid en de kosten voor het naleven van de wetgeving afschuiven op hun leveranciers in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Europese bedrijven kunnen namelijk van hun leveranciers eisen dat zij zich bij het maken van hun producten aan de wet houden, maar veel bedrijven willen hun leveranciers daar niet extra voor betalen. Leveranciers doen vervolgens hetzelfde met hun toeleveranciers. Uiteindelijk worden de kleinschalige boeren dan opgezadeld met de bewijslast en kosten om te voldoen aan de Europese wet.

Als kleinschalige boeren extra kosten maken, dan moeten ze daarvoor vergoed worden. Een heldere strategie is noodzakelijk om het afschuiven van verantwoordelijkheden en kosten te voorkomen.

Boeren hakken hout in Tanzania © Merel van den Enden

3. Deel de informatie NU, niet pas als het te laat is

Solidaridad werkt over de hele wereld met organisaties, boerencoöperaties en bedrijven die geraakt zullen worden door deze wetgeving. Wat blijkt? Er is nog nauwelijks informatie gedeeld over de gevolgen van deze wetgeving. Bedrijven in Europa zijn weliswaar op de hoogte, maar in de rest van de wereld heerst nog veel onduidelijkheid.

Er is tijd nodig om productiemethoden te veranderen en systemen door te voeren die producten kunnen traceren tot aan de plantage. Als er pas informatie gedeeld wordt als de wetgeving daadwerkelijk van kracht wordt, zullen veel producenten er niet aan kunnen voldoen. Dan is de wetgeving niet effectief én miljoenen mensen lopen het gevaar plotseling hun afzetmarkt – en dus bron van inkomsten – kwijt te raken.

4. Investeer in nieuwe maatregelen

Een betere toekomst is niet gratis. Bedrijven moeten investeren in hun toeleveranciers om ontbossing te stoppen. Een paar concrete voorbeelden:

  • Palmolie-afnemers moeten de boeren helpen aan de juiste registratiesystemen om te zorgen dat de producten van hun plantages te traceren zijn. Alleen dan kunnen boeren bewijzen dat hun producten ontbossingsvrij zijn.
  • Koffiebedrijven kunnen de koffieboeren helpen om over te stappen op boslandbouw. Koffieteelt onder schaduwbomen is minder gevoelig voor zon en droogte. Inkomen uit de verkoop van carbon credits maakt boslandbouw extra aantrekkelijk. Als boeren beter kunnen leven van de opbrengst van het land neemt de kans op ontbossing af.

5. Een eerlijke prijs

Boeren ontvangen een veel te lage prijs voor hun producten. Dat is niet alleen een bedreiging voor hun levensstandaard, het zorgt er ook voor dat ze onvoldoende kunnen investeren in bosvriendelijke landbouwmethoden. In Oeganda bijvoorbeeld wordt de koffiemarkt gedomineerd door enkele bedrijven die de prijzen bepalen, en boeren heel weinig betalen voor hun bonen. En dat terwijl de productiekosten stijgen doordat bijvoorbeeld klimaatverandering het steeds moeilijker maakt om koffie te verbouwen. Bedrijven moeten meer gaan betalen voor de koffie, anders voelen boeren zich gedwongen om steeds verder uit te breiden om genoeg te verdienen.

De waarde in de keten moet dus eerlijker verdeeld worden. Nu krijgen boeren vaak weinig betaald, maar wel veel verantwoordelijkheid voor duurzame productie.

Nu aan de slag!

Politici, bedrijven en ambtenaren moeten nu aan de slag. Door samen te werken met de boeren en arbeiders buiten Europa die onze producten maken kunnen ze ervoor zorgen dat bossen worden gered én boeren eerlijk worden behandeld.

Benieuwd naar meer informatie over Europese wetgeving op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen?