Begin december bereikte de EU een akkoord over de langverwachte ontbossingswetgeving. Vanaf eind 2024 moeten bedrijven bewijzen dat de producten die ze in Europa verkopen niet bijdragen aan ontbossing. Het gaat hierbij specifiek om producten als palmolie, soja, cacao, chocolade, koffie, hout, rundvlees, leer, rubber en houtskool.

Solidaridad is erg blij dat er eindelijk stappen worden genomen tegen ontbossing! Maar over de gevolgen van deze wet voor kleinschalige boeren maken we ons zorgen. We zetten we ons al een tijd in voor de belangen van kleinschalige boeren in deze wetgeving, maar niet al onze adviezen zijn in het uiteindelijke wetsvoorstel meegenomen. Hierdoor komen vele miljoenen kleinschalige boerengezinnen in die koffie, cacao, palmolie en rubber verbouwen voor enorme uitdagingen te staan.

Met de nieuwe wet moeten bedrijven precieze geografische informatie aanleveren en zorgen voor complete traceerbaarheid. Het is voor een bedrijf dan makkelijker om te kopen van een grootschalige plantage, in plaats van diverse kleinschalige boeren. Of de bedrijven rekenen de kosten van het naleven van de wet door aan de boeren. Zo komt de rekening te liggen bij degenen die de minste middelen hebben om ervoor te betalen. 

Toezeggingen en steun verloren

Eerder nam het Europees Parlement een ambitieuzer standpunt in over de samenwerking met kleinschalige boeren, mede door lobbywerk van Solidaridad en andere maatschappelijke organisaties. 
Het Parlement stelde eerst voor dat: 

  • De EU moet samenwerken met producerende landen, om ook de onderliggende oorzaken van ontbossing (vaak armoede) aan te pakken, met specifieke aandacht voor kleinschalige boeren.
  • Bedrijven moeten bewijzen dat zij kleinschalige boeren hebben geholpen om aan de eisen te voldoen.
  • Bedrijven moeten aantonen dat producenten een eerlijke beloning krijgen en dat de kosten om de wetgeving na te leven op een eerlijke manier verdeeld worden tussen partijen.
  • De gevolgen van de verordening voor kleinschalige boeren moeten voortdurend worden gecontroleerd.

Wetgeving schiet tekort

Helaas is alleen het eerste punt door alle compromissen heen gekomen, en het is nog maar de vraag hoe dit er in de praktijk uitziet. In de wet staat alleen dat ze “overwegen relevante EU-instrumenten in te zetten” voor samenwerking. De andere punten komen niet of nauwelijks terug in de uiteindelijke wetgeving. In het deel over de verplichtingen aan bedrijven voor risicobeperking, wordt bedrijven bijvoorbeeld niets verplicht. En zonder duidelijke verplichtingen op een eerlijke beloning van producenten, is er risico voor grotere armoede onder boerengezinnen.

Om aan de wet te voldoen, moeten boeren laten zien dat ze eigenaar van hun grond zijn. Dit is een probleem, want veel kleinschalige boeren hebben geen eigendomspapieren. Soms is dat bij de lokale overheid niet mogelijk of is het een jarenlang proces. Hierdoor zullen veel boeren overstappen naar andere markten buiten de EU. Die betalen minder en er zijn meer risico’s. Dit werkt meer armoede in de hand en heeft weinig effect op ontbossing.

Het meest opvallende aan de compromistekst, is dat de gevolgen voor kleinschalige boeren pas na 5 jaar beoordeeld worden. Tegen die tijd zijn de gevolgen misschien al zo groot dat we niets meer kunnen doen om te helpen. Een snellere evaluatie is noodzakelijk, zodat we problemen eerder kunnen aanpakken.

“Zonder extra maatregelen maakt Europa alleen haar eigen keten beter. De problemen verplaatsen zich en de ontbossing ter plaatse vermindert niet.”

Gert van der Bijl, Senior Eu Policy Advisor

Diepere oorzaken van ontbossing

Uit de compromistekst blijkt dat Europese beleidsmakers weinig haast maken om de diepere oorzaken van ontbossing aan te pakken. Één van die oorzaken is armoede. Hierdoor zijn lange termijn oplossingen lastig voor boeren. Uitbreiding van hun land (door ontbossing) is vaak de enige optie om genoeg te produceren. Ook de klimaatcrisis is een belangrijke oorzaak. Door het warmere weer groeien sommige planten minder goed. Koffie groeit bijvoorbeeld het beste in koudere temperaturen, waardoor het vaak hoog op een helling verbouwd wordt. Omdat het steeds warmer wordt, moeten boeren steeds hoger verbouwen en moet het bos wijken.

Het is tijd om ontbossing systematisch aan te pakken en te werken aan duurzame landbouw. Op basis van deze compromistekst zijn meer ambitieuze maatregelen nodig om ontbossing terug te dringen. Zonder extra maatregelen maakt Europa alleen haar eigen keten beter. De problemen verplaatsen zich en de ontbossing ter plaatse vermindert niet. Kleinschalige boeren, die niet aan de nieuwe wet kunnen voldoen, gaan op zoek naar nieuwe markten waar nog minder regels zijn. Markten waar ontbossing net zo veel, of meer, voorkomt.

Wat nu?

We hebben tot eind 2024 voordat de wet volledig van kracht wordt. Tot die tijd werken we samen met andere maatschappelijke organisaties, zodat de EU  kleinschalige boeren niet vergeet. We zorgen dat er een uitgebreide strategie komt voor samenwerking en communicatie met producerende landen. Deze strategie moet er zijn voordat de wetgeving ingaat. Wij zijn bij onze projecten in Ghana en Ivoorkust voor cacao, en Indonesië en Maleisië voor palmolie, al bezig om samenwerking te stimuleren. 

Omdat de EU pas na vijf jaar de consequenties van deze wetgeving evalueert, is het ook onze verantwoordelijkheid als maatschappelijk middenveld, en van bedrijven en boerenorganisaties, om continu een oogje in het zeil houden. Onze plaatselijke teams blijven in gesprek met kleinschalige boeren, en wij evalueren continu de gevolgen van deze nieuwe wet. Ook blijven wij druk uitoefenen op bedrijven om te investeren in de transitie voor kleinschalige boeren, zodat de kosten van naleving eerlijk worden verdeeld, en boeren de toegang tot de Europese markt niet verliezen. 

De wet is een stap in de goede richting, maar om ontbossing écht tegen te gaan moet de EU de belangen van kleinschalige boeren meenemen in hun plannen.